Gepubliceerd op 14-03-2021

Vergunning

betekenis & definitie

is het verlof om iets te doen, wat zonder V. niet geoorloofd zou zijn; ook om iets te laten, waartoe men onder gewone omstandigheden (d. i. zonder V.) gehouden zou zijn. In tal van gevallen beteekent V. het recht bij de wet geregeld om iets te doen of te laten; bijv. om een bedrijf uit te oefenen (zie Hinderwet) of de V. aan de gehuwde vrouw om met bewilliging van den rechter in het huis, dat de rechtbank haar zal aanwijzen (dus niet in de echtelijke woning), verblijf te houden (B.

W. art. 267). Meer in het bijzonder verstaat men onder V. het vergunningsrecht om in het klein sterken drank te mogen verkoopen. De wet verstaat met „in het klein” hoeveelheden van minder dan 10 liter. De Drankwet (wet van 28 Juni 1881, laatstelijk gewijzigd bij ; de wet van 12 Oct. 1904, St.bl. 230) onderscheidt: a. voor het gebruik ter plaatse van verkoop (tapperij), b. voor gebruik elders (slijterij). Op plaatsen met een bebouwde kom van niet meer dan 5000 inwoners mag tapperij en slijterij vereenigd in eene voor het publiek toegankelijke localiteit worden uitgeoefend. (In groote gemeenten wordt pok thans nog tapperij en slijterij vereenigd uitgeoefend, doch slechts door hen, die vóór 1904 daartoe V. hadden.) De verkoop in logementen is beperkt tot de logeergasten. Over den verkoop onder b. (slijterij) wordt nog bepaald, de wijze van aflevering, hoeveelheid enz.De V. wordt aangevraagd aan burgemeester en wethouders, voor sociëteiten en logementen aan Gedeputeerde Staten. De Y. geldt, behoudens uitzonderingen (bij overlijden kan de weduwe of bij ontstentenis van deze de rechtverkrijgenden het bedrijf voortzetten), uitsluitend voor den persoon des verzoekers. Het aantal vergunningen, dat mag worden uitgereikt in eene gemeente, wordt bepaald door het aantal zielen; ook kan het maximum der vergunningen om de vijf jaren worden verminderd. Art. 5 bepaalt, wanneer een V. boven het vastgestelde maximum mag worden verleend. De V. wordt alleen geweigerd in de gevallen bij de wet vermeld en wordt de afwijzende beschikking met redenen omkleed en zoodra mogelijk in gesloten omslag (aan den verzoeker) uitgereikt. Reden tot afwijzing zijn o. m.: wanneer het vastgesteld maximum der vergunningen reeds is bereikt; wanneer de verzoeker niet is een natuurlijk persoon; wanneer de verzoeker tweemaal in de laatste vijf jaren is veroordeeld wegens het uitbetalen van arbeidsloon in zijn lokaal met vergunning; wegens het verkoopen of schenken van sterken drank tijdens het houden van verkoopingen, verhuringen, verpachtingen enz.; wegens bediening van vrouwelijke personen in dit bedrijf (zonder de toestemming bepaald bij art. 47 al. 2), de echtgenoote en zijn bij hem (V.-houder) inwonende dochters uitgezonderd, enz. enz.

Omtrent de weigering van V. door Gedeputeerde Staten voor een localiteit van een sociëteit vermeldt art. 9 de gevallen, o. m. al. 2 sub 3o. wanneer de sociëteit niet rechtspersoon is.

Een V. voor zooveel betreft den Rijksdienst of den provincialen dienst wordt door de Regeering verleend.

< >