een nomadisch ruitervolk uit Azië, dat onder aanvoering van Balamar in vereeniging met de door dezen overwonnen Alanen in 375 den Don overschreed, de Oost-Goten onderwierp, de West-Goten over den Donau drong, en daarna gedurende ongeveer 80 jaren benoorden den Donau het heerschende volk was. Het toppunt van hun macht bereikten de II. onder Attila (zie ald.).
Na zijn dood begonnen zijn zonen elkander de heerschappij te betwisten; een daarvan, Dintzik of Dengizik, sneuvelde omstreeks 468 tegen de OostGoten en daarmede ging de heerschappij der H. te gronde.