Gepubliceerd op 14-03-2021

Het romeinsche rijk verdeelt zich in 395 na chr. in twee deelen

betekenis & definitie

In het Westen wordt de Romeinsche beschaving door verschillende invasies gestoord: door de Hunnen van 350—450 na Chr. door de Germaansche volken (Gallisch-Romeinsch tijdperk in de 6de en 7de eeuw) en door de Scandinaviërs in de 9de eeuw. Hierdoor ontstaan verschillende woningtypen in Westelijk Europa, in Frankrijk, Engeland, Italië en Duitschland, n.l.: Het Romaansche tijdperk van de 7de tot de 10de eeuw.

Het Middeneeuwsche tijdperk van de 10de tot de 15de eeuw. Het Renaissance en Moderne tijdperk van af de 15de eeuw.In het Oosten duurt de invloed van de Romeinsche beschaving 10 eeuwen, van de 4de tot de 15de eeuw, maar met een bepaald karakter, het Byzantijnsche type.

Byzantijnsche invloed:



Op de Slaven

„ „ Russen

„ „ Venetiërs I 10e eeuw Inval Muzelmannen.

Arabieren 632 -1058. Turken van 1058 tot heden. De Muzelmannen te Soudan van af de 10e eeuw

Het type van de woning wordt meer en meer gelijkvormig aan die der beschaafde volken van den nieuwer en tijd.

3. Gelijktijdige ontwikkeling der Oude Volken, onafhankelijk van elkaar, geen invloed hebbende op de algemeene ontwikkeling der menschheid.

China, beschaafd minstens 5000 jaar v. Chr., in Europa bekend van af de 14e eeuw.

Japan, beschaafd minstens 5000 jaar v. Chr., eerst na 1542 beter bekend. Laplanders en Eskimo’s, bekend van af de 10e eeuw door de zeevaarders.

Roodhuiden, Azteken en Incas, bekend sedert de ontdekking van Amerika einde 15e, begin 16e eeuw. Volksstammen in Midden-Afrika en Australië, bekend sedert de 15e eeuw door de Portugeezen.

Egypte is het kronkelende vruchtbare Nijldal; reeds vroeger wisten de Egyptenaren hunne woningen met comfort, hygiëne en smaak in te richten.

Het klimaat, droog en weinig veranderlijk, maakte het hun gemakkelijk, zij leefden overdag daarom buitenshuis. De woning was van steen opgetrokken. Van buiten naar de straat een groote muur, slechts met één deur en hoog boven den grond eenige vensters.

Van binnen een hof of binnenplaats, waarop, de verschillende vertrekken uitkwamen en hun licht ontvingen.

Het huis vlak afgedekt, een terras vormende, ook voor huiselijk gebruik dienende (fig. 8, 8a en 8b).



a. Assyriërs.
De beschaving van Assyrië komt na die van Egypte en duurde niet zoo lang. De Assyriërs vestigden zich aan de oevers aan den Euphraat en de Tigres; hunne woningen waren minder duurzaam en zijn spoediger verwoest. Een ander land, een andere natuur, een ander ras, dus ook andere woningen. (Fig. 10b).



b.
Terwijl de bevolking van den Euphraat en Tigres verdwijnt, bloeien nog in het westen van Mesopotanië de Pheniciërs en de Joden, eerst in tenten (fig. 9), later in woningen van steen, met weinig vensters van de buitenwereld afgesloten voor de warmte; de rijken in landhuizen. Woningen der Joden in Palestina (fig. 10c). Pelasgen en Etruski (fig. 10 a).

De woningen der Ariërs eerst uitsluitend van hout (fig. 11), gewelf-constructie niet kennende; later bij gebruik van de gebakken klei van steen; na vestiging in Hindoestan wordt de woning der Hindoes meer sierlijk en degelijk (fig. 17a).

De woning der Perzen zonder verdieping, de vertrekken overwelfd, geheel van steen met comfort ingericht, van buiten rijk versierd met terra-cottaversieringen en gepolychromeerde geglazuurde tegels (fig. 17b).

In Europa vormen de Ariërs de Gallische en Germaansche volksstammen omstreeks 1700 v. Chr., wonende eerst in hutten van hout met beestenvellen gedicht (fig. 12), of zooals de Galliërs gedeeltelijk van steen en boomtakken (fig. 4), of zooals de Germanen geheel van hout en stroo (fig. 14).

De Grieksche woning was oorspronkelijk zeer bescheiden en zonder artistiek karakter van eenvoudig materiaal opgetrokken; men verwaarloosde zijn eigen woning en besteedde al zijn middelen en de artistieke krachten tot versiering der tempels en nationale monumenten. Eerst tijdens het verval na de verovering van Griekenland door Alexander den Groote bouwde men paleizen en weelderige woonhuizen (fig. 15 en 15a).

Onder Helleenschen en Etruskischen invloed

ontstond de Romeinsche woning; zij bestond eerst slechts uit een groot centraal vertrek mot kleine kamers of alcoven daar om heen, in het midden van een stuk grond door het gezin bewerkt; de Romeinsche stad was dus in het begin een vereeniging van gezinnen die ieder hun eigen stukje grond bezaten, gezamenlijk beschermd door een omringenden muur. Van de 5e tot de 3e eeuw v. Chr., het heldentijdperk van de republiek, kwam ook in de woning meer weelde en comfort (fig. 16, ^16a, b en c).

Van de 5e tot de 10e eeuw wordt de Romeinsche beschaving gestoord door barbaarsche en nomadische volken.

1e. door de Hunnen in tenten en wagens wonende (fig. 9 en 13a), later in houten woningen, versterkt en door muren omgeven. Langzamerhand ontstaat in de 5e eeuw een woningtype als in fig. 13.

Met Karel V verbeterde zich de toestand, het volk kan zich weder vreedzaam ontwikkelen en daarmede ook de woningbouw.

In de 9e en 10e eeuw ontwikkelt zich de romeinsch-byzantijnsche woning (fig. 24), waaruit de romaansche stijl ontstaat (fig. 25 en 25a).

De laatste invallen na den dood van Karel V, die de verschillende volken hunne definitive woonplaatsen in den modernen tijd aanwezen, hadden op den woningbouw een verschillenden invloed. In Scandinavië en Zwitserland ontstond de houtbouw; de woning werd opgetrokken in hout op een steenen onderbouw tegen water en vocht (fig. 26 en 27).

Bij het begin der 10e eeuw was de beweging der aanhoudende invallen die de Romeinsche maatschappij van die der middeleeuwen scheidt, eindelijk geëindigd. Langzamerhand versmelten zich de verschillende rassen en daarmede hunne gewoonten en gebruiken. Daaruit ontstaat een nieuwe beschaving die zich vrij eenvormig over Frankrijk, Duitschland, Engeland en Italië verbreidt. Het tijdperk der middenr eeuwen begint, een nieuw7 woningtype ontstaat, waarbij zich natuurlijk Romeinsche en Germaansche invloeden doen gelden. Het feodale stelsel dat zich toen over geheel het Westen ontwikkelde, en dat zoo diep zijn stempel drukte op de politieke instellingen en op de zeden en gewoonten der moderne staten, oefende een grooten invloed op de in- en uitwendige inrichting der woning uit. Gedurende vijf honderd jaren tot aan de 16e eeuw zijn het de eischen van het feodale stelsel en de politieke instellingen die het wezenlijk karakter der woning hebben bepaald zoowel van die der steden als op het land, van de woningen der edelen en der rijken als die der armen (fig. 28, 28a, b, c, d, e, f, g),

Het begin der middeleeuwen kenmerkt zich door het ontstaan van een nieuwen bouwstijl uit de Romaansche kunst; met een bepaald nieuw karakter steunende op geheel nieuwe beginselen, die men aanduidt met den naam van Gothischen- of spitsbogen-stijl.

Naarmate de steden in het begin der 12e eeuw zich ontwikkelden en de burgers zich tot gemeenten vereenigden, bouwden zij hunne woning ook met meer comfort, maar dikwijls

nog zeer massief en met het karakter van een vesting.

In Nederland meestal van hout, waardoor slechts enkele nog zijn aan te wijzen, o.a. te Middelburg (fig. 28g) en Utrecht (fig. 28f). Inwendig bleven de woningen wat indeeling betreft in hoofdzaak aan elkander gelijk, smal aan de straatzijde (fig. 25a en 25b).

Op het land groepeerden zich de woningen om den burcht tot dorp; de plaats van den burcht meestal gekozen op een rots of heuvel of aan het water, door hare natuurlijke ligging en door de kunst versterkt (fig. 28a, b en c).

Een der oorzaken die bij het einde der middeneeuwen de beweging der Renaissance hielp verhaasten, was de verdrijving der beschaafden en ontwikkelden uit het Byzantrjnsche Rijk door de Turken in 1455.

Terwijl het westen zich sedert 10 eeuwen had gewijzigd en nieuwe toestanden waren ontstaan, was het Oostersche Rijk gedurende al dien tijd als, een overblijfsel der klassieke oudheid blijven voortbestaan, ook de woning (fig* 24). Zij, die onder byzantijnschen invloed bleven, waren de Slaven, Bosniërs, Serbiërs en Croaten in het Zuiden; meer noordelijk de Polen en Russen en de Armeniërs aan de Zwarte Zee; zij hadden echter over geheel andere bouwstoffen, hoofdzakelijk het hout, te beschikken, waardoor het uiterlijk aanzien van de woning mede werd gewijzigd (fig. 29).

Na de komst der Muzelmannen te Constan tinopel vestigden zich Byzantijnsche geleerden en kunstenaars in Italië, hetgeen in het begin der 15e eeuw het oosten en westen nader tot elkander bracht. Het tijdperk der Renaissance van de 15e—16e eeuw bracht verandering in de in- en uitwendige imdeeling en versiering der woning; het eerst in Italië. Het woord Renaissance beteekende herleving van den menschel ijken geest, te lang onderdrukt door de heerschappij der middeleeuwen, uit zichzelven naar het schoone en ware zoekende, geholpen door de lessen en voorbeelden der klassieke oudheid.

Deze herleving der klassieke bouwkunst blijft niet lang beperkt tot Italië; Engeland, Frankrijk, Spanje, Duitschland en ook Nederland volgden spoedig de beweging om de woning in den nieuwen stijl te bouwen.

In Nederland vormt nu de baksteen in vereeniging met de gehouwen steen, het bouwmateriaal voor de woning. De gevel smal en hoog, aan de straatzijde afwisselend van kleur en versiering, verhoogt het schilderachtige en typische van bijna alle Hollandsche steden (fig. 30 en 30a).

Later in de 17e en 18e eeuw is dikwijls de gehouwen steen de bouwstof voor den geheelen gevel en verandert het karakter. Ook wijzigde zich de indeeling, fig. 31, 31a.

In de 19e eeuw breiden de steden zich uit, een bizonder snelle ontwikkeling van den woningbouw gaat daarmede gepaard.

Naast het moderne woonhuis verrijzen in de steden kleinere woningen en winkelhuizen voor den burgerstand, arbeiderswoningen voor den werkman (fig. 32 en 32a) en in de centra’s der groote steden ontstaan door de stijging van de grondprijzen, gecombineerde woningen onder één dak van 10—20 verdiepingen (fig. 33).

Op het land wordt aan den bouw der boerenwoning meer zorg besteed (lig. 34) en verrijzen in parken een tal van kleine woningen of villa’s (fig. 35) en grootere landhuizen (fig. 36).

Bij den bouw van de woning in het algemeen wordt met de eiscben der hygiëne meer rekening gehouden; voor een ruime toetreding van lucht en licht en goed drinkwater wordt zorg gedragen.

< >