1) Schatmeester van den syrischen koning Seleucus IV Philopator, werd door deze in 176 v. Chr. naar Jeruzalem gezonden om de schatten van den tempel te rooven, maar, toen hij niettegenstaande het verzet van den hoogepriester Onia den tempel betrad, door een wonderbare verschijning tegen den grond geslagen en zoo van de volvoering van zijn voornemen afgehouden.
Naderhand vergiftigde hij zijn meester en nam wederrechtelijk bezit van den syrischen troon, doch werd door Antiochus Epiphanes ten val gebracht.2) Grieksch grammaticus uit de 1ste eeuw na Chr., als voorganger van Hephaestion grondlegger der metriek; van hem is de kern der metrische scholiën op Aristophanes afkomstig (vergel. Heliodori colometria Aristophanea, uitgeg. door Thiemann, Halle 1869). Zijn theorie wordt door de latijnsche metrici gevolgd.
3) H. uit Emesa in Syrië, een sophist uit de tweede helft der 3de eeuw, de schrijver van een griekschen roman, Aethiopka, in tien boeken, over de wonderbare lotgevallen van de ethiopische koningsdochter Chariclea en den Thessaiiër Theagenes, welke roman het voorbeeld is geweest voor de meesten der volgende romanscnrijvers. Hij behoort tot de beste voortbrengselen der grieksche literatuur op dit gebied en munt uit door zuiverheid en sierlijkheid van taal; uitgegeven door Korais (Par. 1804, 2 dln.), I. Bekker (Leipz. 1855), Hirsehig (in Scriptor es erotici, Parijs .1856).
