Gepubliceerd op 17-02-2021

Harmonium

betekenis & definitie

algemeen gebruikelijke naam voor een, op een orgel gelijkend muziekinstrument, dat eerst in de 19de eeuw in gebruik is gekomen, een verbeterde vorm van het oudere regaal (zie ald.), waarvan het zich in hoofdzaak onderscheidt dat het veel meer uitdrukking in het spel laat leggen. Het werd in 1810 als orgue expressif ingevoerd door Grenié; in 1818 werd het door Hackel Thysharmonica genoemd; ook is het bekend onder de namen aeoline, clavaeoline, aerophoon, melodium enz.

De naam H. werd het eerst gebezigd door A. Debain te Parijs, die hem gaf aan zijn in 1840 gepatenteerd instrument, waarna het door de Amerikanen onder den naam American Organ (amerikaansch orgel) algemeen verbreid werd. De tonen van het H. worden voortgebracht door metalen tongen, welke vroeger slechts opsloegen, maar thans doorslaan en door een luchtstroom in beweging gebracht worden. Een algeheele omwenteling in den bouw van het H. hebben de Amerikanen teweeggebracht door de lucht door de tongen te laten inzuigen inplaats van uitstooten, een uitvinding van een naar Amerika verhuisd werkman uit de harmoniumfabriek van Alexandre te Parijs; in hun tegenwoordigen volmaakten vorm kwamen de instrumenten evenwel eerst in 1860 in den handel door de firma Mason en Hamlin te Boston. Iets dergelijks is het Alexandre-orgel (in 1874 door Alexandre te Parijs gebouwd). In verhouding tot de grootte van het instrument is de toon krachtig, maar hij draagt toch niet ver, en de stemming is zeer veranderlijk. Het H. is meer geschikt voor matig bewogen, gebonden voordracht dan voor vlugge stukken.

< >