Gepubliceerd op 17-02-2021

Hanno

betekenis & definitie

naam van eenige vermaarde Carthagers:

1) Carthaagsch suffeet, ondernam in den bloeitijd van Carthago (waarschijnlijk omstreeks 460 v. Chr.) een grooten zeetocht van Carthago uit door de zuilen van Hercules (tegenw. Straat van Gibraltar) langs de westkust van Afrika en wijdde na zijn terugkeer in den tempel van Cronus een gedenktafel, welke in de punische taal een reisverhaal (Periplus, omzeiling) bevatte, waarvan een grieksche vertaling tot ons gekomen is. De tocht strekte zich volgens de mededeelingen in dat verhaal, uit tot voorbij de Krokodillenrivier (Senegal) en het Groene Voorgebergte (kaap Verde). Hanno’s verhaal is, ofschoon er veel fabelachtigs in voorkomt, voorzeker een der meest authentieke gedenkstukken van de geografische kennis der oudheid. Het werd voor het eerst uitgegeven te Bazel in 1534 (achter Arrianus) door Gelenius, vervolgens meermalen, zooals in de Geographi graeci minor es van C. Muller (Parijs 1855, dl. 1), door Hug (Freiburg 1808) en Kluge (Leipzig 1829) en Hirscher (Ehingen 1832). Vergel. Kroon, De Hannonis periplo (Zutphen 1840) en Fischer, De Hannonis Carthperiplo (Leipzig 1894).
2) Carthaagsch veldheer op Sicilië in den eersten punischen oorlog, werd in 262 v. Chr. door de Carthagers met een leger uitgezonden om het door de Romeinen belegerde Agrigentum te ontzetten, leed echter in de nabijheid daarvan een nederlaag, waarop de stad zich overgaf; in 256 voerde hij met Hamilcar het bevel over de vloot, welke bij Ecnomus door de Romeinen verslagen werd.
3) H., bijgenaamd de Groote, werd door de Carthagers bij het uitbreken van den huurlingenopstand (Libysche oorlog, 241—237 v. Chr.) belast met het bevel en overwon de met de oproerige Libyers vereenigde huurlingen bij Utica, werd echter daarop door hen overvallen en verslagen. Carthago gaf hem daarop Hamilcar Barcas als medeveldheer. Daar echter wegens oneenigheid der beide veldheeren de oorlog met ongelukkig gevolg gevoerd werd, liet de senaat aan het leger de beslissing, wie van hun beiden de eenige bevelvoerder zou blijven, en het leger besliste ten gunste van Hamilcar; vandaar vijandschap van Hanno tegenover Hamilcar en diens geheele huis. Na Hasdrubal’s dood sprak H. tegen de verkiezing van Hamilcar’s zoon Hannibal tot opperbevelhebber in Spanje en, na den val van Saguntum, voor diens uitlevering aan de Romeinen en was gedurende den geheelen oorlog het hoofd van de vredespartij in Carthago. Na den slag bij Zama stond hij aan het hoofd van het gezantschap, dat Scipio om vrede vroeg, en wordt later nog als hoofd van de romeinschgezinde partij genoemd. Hij moet een hoogen leeftijd bereikt hebben.
4) Onderbevelhebber van Hannibal en volgens Appianus diens neef, stond hij aan het hoofd der na den slag van Cannae naar Bruttium gezonden legerafdeeling en veroverde aldaar in 215 v. Chr. verschillende steden, waaronder Croton en Locri, werd echter, toen hij een poging deed om vandaar naar Lucanië voort te rukken, in 214 door Tiberius Sempronius Longus bij Grumentum en vervolgens, toen hij vandaar den met een beleg bedreigden bewoners van Capua levensmiddelen wilde toevoeren, in 212 nogmaals bij Beneventum door consul Quintus Fulvius Flaccus verslagen.

< >