Gepubliceerd op 29-01-2021

Gepiden

betekenis & definitie

oostgermaansch volk, stamverwanten van de Gothen, dat, oorspronkelijk woonachtig aan de beneden-Weichsel, met de Gothen en Vandalen zuidwaarts trok en zich allereerst in het gebied der Karpaten neerzette De naburige Gothen versloegen hun koning Fastida; door de Hunnen onderworpen namen de G. deel aan de heirvaarten van dit volk naar Gallië, werden echter na Attila’s dood door hun koning Ardarik in 454 van het juk der Hunnen bevrijd, en bezetten, nu de door deze ontruimde landen aan Theiss, Donau en Save. Na tal van oorlogen met de Oostgothen geraakten zij in krijg met de benoorden de Theiss woonachtige Longobarden, die zich met de Avaren tot de aigeheele uitroeiing der G. verbonden. Sinds 563 hield het volk der G. op te bestaan, zijn overblijfselen gingen onder het juk der Avaren te niet.

< >