Gepubliceerd op 14-03-2021

Vandalen

betekenis & definitie

of Wandalen, oostgermaansehe volksstam, verdeeld in Silingen en Asdingen. Tijdens den oorlog der Marcomannen (166—180 na Chr.) trok een gedeelte van hen uit Silezië naar Dacië en een ander gedeelte in de richting van den Pijn.

Eerstgenoemd en werden omstreeks 334 door de Goten verslagen en hun overschot werd met de Sarmaten door Gonstantijn den Gr. 334 in rom. Pannonië opgenomen; in het begin der 5de eeuw trok een gedeelte der V. onder koning Godegisel weer vandaar op, drongen met Sneven en Alanen 406 over den Pijn en, nadat zij drie jaar lang Gallië hadden verwoest, 409 onder Gundenk naar Spanje, waar de* naam Andalusië hun aandenken bewaard heeft. Na Gunderiks dood kreeg zijn onwettige broeder Genscrik de heerschappij; hij werd door den oproerigen rom. iS’tadhouder van Afrika, Bonifacius, ter hulp geroepen en voerde in Mei 429 de V. met benden Goten en Alanen, ongeveer 25.000 man, de zee over; doch inmiddels had Bonifacius zich met het hof van Ravenna verzoend en beval de V., Afrika te verlaten. Toen trad Genserik als veroveraar op; 434 werd hem een groot gedeelte van Afrika en Numidië afgestaan; hij overrompelde 439 Carthago, dat hij tot hoofdstad maakte. Genserik ontwikkelde vooral de zeemacht en weldra beheerschte zijn vloot de Middell. zee; ook verwierven de V. Maurefanië en Tripolis.

Hun rijk verzwakte echter onder Hilderik (526—530), den zoon van Hunerik en de dochter van keizer Yalentinianus; hij liet de weduwe van zijn voorganger, een dochter van den oostgotischen koning Theodorik, en 6000 Goten, die met haar naar Afrika waren gekomen, vermoorden. Hij' werd 530 van den troon gestort door zijn neef Gelimer, waarop keizer Justinianus I zijn veldheer Belisarius 533 tegen de Y. uitzond, die hen versloeg, waarop hun rijk verviel. Het bestuur der V. was beter dan dat in den rom. tijd; over het algemeen verleenden de ariaansehe V. den katholieken Romeinen vrijheid van godsdienst; wel kwamen er vervolgingen voor, doch deze hadden meer ten doel, de romeinsehe keizers te dwingen, den Arianen in het rom. rijk vrijheid te verleenen.In overdrachtelijken zin noemt men V. verwoesters, vernielers, barbaren.

< >