nederlandsch schilder, geb. 1643 te Dordrecht, overl. 1688, werd in de kunst opgeleid door zijn vader, Bastiaan v. d. L., een niet onverdienstelijk dierschilder, en maakte vroeg zulke vorderingen, dat hij zijn vader overtrof.
Ter uitoefening van zijn vak als een middel van bestaan, vertrok hij naar Amsterdam en huwde de zuster van den kunstschilder D. van der Plaats; bezocht Lyon, Parijs, Madrid, Rome en Napels, waar hij zich oefende in den stijl der voornaamste italiaansche meesters, inzonderheid dien van Castiglione en Rosa de Fivoli, uitmuntend in ’t schilderen van landschappen met vee. Zijn stukken vonden buitenslands, waar men hem de Leone noemde, meer toejuiching en koopers dan in Holland, waar zijn italiaansche schilderwijze niet zeer in den smaak viel.Zijn broeder Pieter, geb. en overl. te Dordrecht 1644—1704, was eveneens een schilder.
