1) Fransche fabrieksstad en hoofdplaats van het departement Rhône, aan de Rhône en de Saône, en aan den spoorweg Parijs—Lyon—Middellandsche zee, de tweede stad van Frankrijk, zoowel wat hare bevolking als belangrijkheid betreft, is ook een zeer sterke vesting. Van de vele bezienswaardige gebouwen munten uit het stadhuis, de schouwburg, het arsenaal, de gothische kathedraal.
L. heeft een menigte fabrieken, die van zijde zijn beroemd. De stad drijft een uitgebreiden handel, zoowel in eigen fabrikaten als in die van de omstreken en is de stapelplaats voor Zwitserland en geheel het o. van Z.-Frankrijk. Behalve door spoorwegen, staat zij ook door geregelde stoombootdiensten in verbinding met de voornaamste fransche steden. L. bestaat uit de oude binnenstad en een nieuwer gedeelte, dat de verblijfplaats van den rijkdom en de weelde is, en heeft verscheidene voorsteden, waarvan St. Foye, St. Irenée, La CroixRousse, Vaise, St.
Georges en Serin de voornaamste zijn. De stad is de zetel van een aartsbisdom en van een universitaire akademie; heeft een munt, een r.-kath. universiteit, een seminarie, een doofstommen-instituut, een uitgebreide bibliotheek, een school voor schoone kunsten, vele museums en een kamer van koophandel. L. is een van de oudste steden van Europa en was onder Augustus de hoofdstad van geheel Celtisch Gallië. Na door Severus in 197 verwoest te zijn, werd het door Constantijn weder hersteld en was later de residentie van de koningen van Bourgondië tot op het einde van de 5de eeuw, werd in de 8ste eeuw door de Saraceenen zwaar geteisterd, en daarna door bisschoppen, die leenmannen van het duitsche rijk waren, geregeerd. In 1307 Werd de stad door Philippe-le-Bel met Frankrijk vereenigd. In 1793 stond het tegen de conventie op en werd bijna geheel verwoest. Ofschoon het zich tijdens het eerste keizerrijk krachtig opbeurde, heeft het weder veel geleden door de woelingen en onlusten van 1832, ’48, ’49 en ’70, en ook door de overstrooming van 1840; 453.000 inw.2) Schotsch meer, graafschap Perth.
