Gepubliceerd op 29-01-2021

Element

betekenis & definitie

lat. elementum,

1) oudtijds een der z.g. vier hoofdstoffen, water, vuur, lucht en aarde; thans nog de middenstof waarin een deel der bewerktuigde wezens leeft: het water is het element der vissehen, enz.; figuurlijk: omstandigheden, toestand waarin j men zich op zijn plaats gevoelt, zich vrij en op zijn gemak beweegt: ook : werkzaam beginsel, werkend bestanddeel.
2) In de scheikunde: enkelvoudige of als zoodanig beschouwde stof, zie Elementen
3) Enkelvoudig bestanddeel.
4) Een der cellen van een galvanische batterij, zie Galvanisch element.
5) Een der grootheden welke grootte en gedaante der loopbaan van een hemellichaam aangeven.
6) in de wiskunde: een der oneindig kleine grootheden of differentialiën
7) Grondbeginsel, aanvang eener wetenschap.

Elementair: behoorende bij, betrekking hebbende op de elementen: aanvangend, beginnend;

elementaire functien : grondwerkzaamheden :

elementair onderwijs: lager onderwijs.