Gepubliceerd op 20-01-2021

Conidae

betekenis & definitie

Weekdierfamilie van de klasse der Buikpootigen, Gasteropoda, en van de orde der Voorkieuwigen, Prosóbranchia, onderorde Ctenobranchia; door de kegelvormige gedaante der schelp, met eenige vlakke of weinig uitpuilende spiraalwindingen aan het breede achtereinde en een lange, smalle opening, zonder plooien, of tanden, zijn de tot deze familie behoorende vormen gemakkelijk van andere weekdieren te onderscheiden; zij hebben verder een langen, smallen, van voren stompen voet, met een opening aan de onderzijde voor de in- en uittreding van het water; aan de achterzijde van dezen voet is het smalle, hoornachtige deksel geplaatst, de oogen staan aan de buitenzijde der voelers; de sipho is kort en dik, de tot wrapen dienende slurf echter lang en kan ver buitenwaarts worden gestrekt. Bijna alle soorten zijn vereenigd in het geslacht Conus, dat een 300-tal levende soorten telt, die voor het meerendeel den Indischen oceaan en de zeeën der Molukken bewonen en zich bij voorkeur in de diepte ophouden; eene enkele soort, Conus ignobilis, leeft in de Middell. zee.

< >