Familie van Neteldieren (Coelenterata, Hydromedusae, Hydroidea), bevattende zeer kleine medusenvormen, vereenigd in de geslachten Cladonema en Eleutheria; het eerste onderscheidt zich door vier gastrovasculairkanalen, die uit de maagholte hun oorsprong nemen en zich weldra elk in twee kanalen verdeelen, zoodra het getal der radiale kanalen acht bedraagt; het tweede heeft zes onverdeelde gastrovasculairkanalen; bij beiden bestaat eene in of even buiten het klok vormig scherm uitpuilende mondbuis; de voorttelingsproducten vormen zich aan de maagwanden; langs den rand van het scherm staan betrekkelijk dikke, en zeer bewegelijke voelers of armen, die zich bij Cladonema in drie en bij Eleutheria in twee takken splitsen, en aan welker basis zich pigmenthoudende randlichaampjes bevinden, die volgens sommige dierkundigen een lens bevatten en dus oogen zouden zijn; deze takken eindigen deels
in met netelorganen bezette knopjes, deels in zuignappen, waarmede het dier zich aan eenig voorwerp in zee kan bevestigen, of ook, ze als pooten gebruikende, zich al loopende kan voortbewegen; bij Cladonema eindigt een der twee of drie takken waarin elke arm zich splitst, in een langen met netelorganen bezetten voeldraad, die bij Eleutheria ontbreekt.