geb. 1818 te te Leeuwarden. Ned. reiziger; tot 1846 marineofficier, eerv. ontsl. als Luit. ter zee 2de klasse; van 1845—49 in Ind. burgerl. dienst; bereisde daarna Syrië en Palestina; nam in 1863 deel aan de internationale conferentie ; te Genève als inleiding op de intern.
RoodeKruisconventie, in Aug. 1864 aldaar tot stand | gekomen. Hij bezocht in 1864 de DeenschI Duitsche slagvelden, en stond in 1870—71 gedurende het beleg van Parijs aan het hoofd van een Ned. Roode-Kruisambulance, welker lotgevallen door hem beschreven zijn in een beknopt werkje: De Ned. ambulance te Versailles (1871). Van hem verscheen ook in het licht: Reis door Syrië en Palestina in 1851/52 (2 dln. met k. en pl., 1854). Bij de instelling van het Ned. Roode Kruis in 1867 benoemde Koning Willem III hem met nog een 3-tal anderen, tot Eere-lid er van.
Hij was officier van de Eiken Kroon, Ridder van het Legioen van Eer, van de Poolster van de Pruissische Kroonorde, enz. Overl., 80 jaar oud, den 23 Maart 1898 te Mentone (Frankrijk).