Gepubliceerd op 23-02-2021

Intern

betekenis & definitie

innerlijk, inwendig, inwonend, het tegenovergestelde van extern; ook gebruikt als zelfst. naamwoord voor inlander, kostleerling, inwonend dienstpersoneel enz. Internaat, inrichting voor onderwijs met gelegenheid tot inwoning; ook de toestand van het intern zijn.