Gepubliceerd op 20-01-2021

Botterman

betekenis & definitie

Nederl. godgeleerde, geb. waarschijnlijk te Groningen, laatste helft l8de eeuw, studeerde te Amsterdam, werd in 1700 leeraar bij de doopsgezinden in de stad Groningen, moest zijn ambt, als voorstander van de leer der Collegianten in 1714 neerleggen, werd in 1725 opnieuw beroepen, en wordt hij omstreeks 1752 als Groningsch predikant vermeld; hij schreef onder meer: Het ware afbeeldsel van een Collegiant (Leeuw., 1735), dat door Driessen en anderen heftig werd aangevallen.

< >