Gepubliceerd op 20-01-2021

Bewaargeving

betekenis & definitie

het in bewaring geven van iets, vormt een door de wet geregelde verbintenis. B. heeft plaats wanneer men het goed van een ander aanneemt, onder voorwaarde van hetzelve te bewaren eninnatura terug te geven.

Er zijn twee soorten van B.: de eigenlijke gezegde en de sequestratie.Eigenlijk gezegde B. wordt geacht om niet te zijn aangegaan, zoo niet het tegendeel is bedongen. Dezelve kan slechts roerende goederen tot onderwerp hebben. Deze overeenkomst is niet voltrokken dan door de wezenlijke of vooronderstelde overgave der zaak. B. geschiedt, of vrijwillig, of uit noodzaak. Vrijwillige B. heeft plaats, tengevolge van de wederkeerige toestemming van den bewaargever en den bewaarnemer. Indien men zich zonder schriftelijk bewijs, of zonder begin van schriftelijk bewijs, mocht beroepen op een vrijwillige B., welker bestaan niet voor bewijs door getuigen vatbaar is, wordt degene, die als bewaarnemër aangesproken wordt, geloofd, hetzij omtrent de daadzaak zelve der B., hetzij omtrent de zaak die het onderwerp der bewaring uitmaakt, hetzij omtrent de teruggave daarvan; alles onverminderd hetgeen opzichtelijk den beslissenden eed bepaald is.

Vrijwillige B. kan slechts plaats hebben tusschen personen die de bekwaamheid hebben om verbintenissen aan te gaan. Indien evenwel iemand die bekwaam is om verbintenissen aan te gaan, iets in bewaring aanneemt van eenen daartoe onbekwamen persoon, is hij aan allo de verplichtingen van eenen wezenlijken bewaarnemer onderworpen. Indien de B. door een bevoegden' persoon gedaan is aan iemand die niet bekwaam is om verbintenissen aan te gaan, heeft de bewaargever tegen den bewaarnemer slechts eene rechtsvordering tot teruggave der in bewaring gegevene zaak, zoolang de laatstgemelde nog in het bezit van dezelve is; of, indien de zaak niet meer bij den bewaarnemer berust, eene rechtsvordering tot vergoeding voor zooverre deze daardoor gebaat is. B. uit noodzaak is de zoodanige welke men door eenig toeval gedwongen wordt te doen, zooals door brand, instorting van gebouwen, plundering, schipbreuk, overstrooming, of andere onvoorziene toevallen. Het bewijs door getuigen wordt omtrent de B. uit noodzaak toegelaten, al mocht de waarde van hetgeen in bewaring gegeven is ook de som te boven gaan, welke naar den regel, niet voor bewijs bij getuigen vatbaar is. Voor het overige wordt de B. uit noodzaak geregeld overeenkomstig de bepalingen op vrijwillige bewaargeving toepasselijk.

De bewaarnemer moet omtrent de bewaring der aan hem toevertrouwde zaak dezelfde zorg aanwenden, welke hij omtrent de bewaring zijner eigen zaken aanwendt. Voorgaande bepaling moet met meerdere strengheid worden toegepast: le. Indien de bewaarnemer zichzelven tot de bewaring heeft aangeboden; 2e. Indien hij eenig loon voor de bewaring bedongen heeft; 3e. Indien de bewaargeving eeniglijk in het belang van den bewaarnemer geschied is; 4e. Indien uitdrukkelijk bedongen is dat de bewaarnemer voor alle soort van verzuim zoude aansprakelijk zijn.

In geen geval is de bewaarnemer aansprakelijk wegens onvermijdelijke toevallen, ten ware hij in de teruggave der in bewaring gegevene zaak mocht zijn nalatig geweest. Zelfs in dat laatste geval is hij niet aansprakelijk, indien hot goed bij den bewaargever insgelijks zoude vergaan zijn.

Herbergiers en logementhouders zijn als bewaarnemers verantwoordelijk voor de goederen welke do reizigers, die bij dezelve hun intrek nemen medebrengen. De bewaargeving van zoodanige soort van goederen wordt als eene bewaargeving uit noodzaak aangemerkt.

Zij zijn verantwoordelijk wegens diefstal of beschadiging van de goederen der reizigers, hetzij de diefstal begaan, of de schade veroorzaakt zij door de dienstboden of andere bedienden der herberg, hetzij door ieder ander persoon.

Zij zijn niet verantwoordelijk voor gewelddadige diefstallen, of die begaan zijn door personen welke de reiziger zelf bij zich toegelaten heeft.

De bewaarnemer mag zich van het in bewaring gegeven goed niet bedienen, zonder het uitdrukkelijk of voorondersteld verlof van den bewaargever, op straffe van vergoeding van kosten, schaden en interessen, indien daartoe gronden zijn.

Hij mag niet onderzoeken waarin de zaken bestaan die hem in bewaring zijn gegeven, indien hem dezelve in eene geslotene kist. of onder eenen verzegelden omslag, zijn toevertrouwd geworden.

De bewaarnemer moet dezelfde zaak welke hij ontvangen heeft, teruggeven.

Aldus moeten geldsommen in dezelfde stukken geld worden teruggegeven, welke in bewaring zijn gegeven, hetzij die muntspeciën in waarde vermeerderd of verminderd zijn.

De bewaarnemer behoeft de in bewaring gegevene zaak slechts terug te geven in den staat, waarin dezelve zich bevindt op het tijdstip der teruggave.

De verminderingen, die dezelve buiten zijne schuld heeft ondergaan, komen voor rekening van den bewaargever.

De bewaarnemer aan wien het goed door eene overmacht ontnomen is, en die de waarde daarvan of iets anders in de plaats ontvangen heeft, moet dit ontvangene aan den bewaargever teruggeven.

De erfgenaam van den bewaarnemer, die, niet wetende dat eene zaak in bewaring ontvangen was, dezelve te goeder trouw verkocht heeft, is alleenlijk gehouden den door hem ontvangen koopprijs terug te geven, of, indien hij denzelven nog niet ontvangen heeft, zijne rechtsvorderingen tegen den kooper af te staan.

Indien het in bewaring gegeven goed vruchten heeft opgeleverd, die door den bewaarnemer geïnd of ontvangen zijn, is hij verplicht dezelve terug te geven.

Hij is geene interessen van de aan hem toevertrouwde geldsommen verschuldigd, dan van den dag dat hij, daartoe aangemaand, in de teruggave daarvan nalatig is geweest. De bewaarnemer mag het bewaarde goed niet teruggeven dan aan dengene die hem hetzelve heeft toevertrouwd, of aan hem in wiens naam de bewaring gedaan is, of die aangewezen is om hetzelve terug te ontvangen. Hij kan van dengenen die de zaak in bewaring gegeven heeft geen bewijs vorderen dat deze eigenaar van dezelve was.

Indien hij niettemin ontdekt dat het goed is gestolen, en wie daarvan de wezenlijke eigenaar is, moet hij dezen kennis geven dat hetzelve goed bij hem in bewaring gesteld is, met aanzegging om hetzelve binnen eenen bepaalden en genoegzamen tijd op te eischen. Indien degene aan wien de aanzegging gedaan is, verzuimt het in bewaring gestelde goed terug te eischen, is de bewaarnemer wettiglijk ontslagen door de overgave van hetzelve goed aan dengene van wien hij zulks ontvangen heeft.

In geval van overlijden van den bewaargever, kan het goed alleenlijk aan deszelfs erfgenaam worden teruggegeven.

Indien er meerdere erfgenamen zijn, moet hetzelve terug gegeven worden aan alle gezamenlijk, of aan. elk van hem, voor zijn aandeel.

Indien de in bewaring gestolde zaak ondeelbaar is, moeten de erfgenamen zich onderling omtrent do overneming van dezelve verstaan.

Indien degene die de zaak in bewaring gegeven heeft van staat veranderd is, bij voorbeeld, indien eene op het tijdstip der bewaargeving niet gehuwde vrouw naderhand getrouwd is, en zich alzoo onder de macht van haren man bevindt; indien een meerderjarige bewaargever onder curatele is gestold; in alle deze on soortgelijke gevallen, mag het in bewaring gegeven goed niet teruggegeven worden, dan aan dengenen die het beheer heeft over de rechten en goederen van den bewaargever, ten ware de bewaarnemer wettige gronden mocht hebben om de verandering van staat niet te weten.

Indien de bewaargeving door oenen voogd, curator, echtgenoot of bewindvoerder gedaan is en hun beheer geëindigd is, kan het goed alleenlijk teruggegeven worden aan den persoon die door dezen voogd, curator, echtgenoot of bewindvoerder vertegenwoordigd werd. De teruggave der in bewaring gegevene zaak moet geschieden ter plaatse bij de overeenkomst aangewezen.

Indien de overeenkomst do plaats tot de teruggave niet aanwijst, moet dezelve gedaan worden op de plaats zelve waar de bewaargeving geschied is.

De kosten, deswege te vallen, zijn voor rekening van den bewaargever.

De in bewaring gegevene zaak moet aan den bewaargever teruggegeven worden, zoodra hij zulks vordert, al ware het ook dat bij de overeenkomst een bepaalde tijd voor de teruggave mocht zijn vastgesteld, tenzij onder de handen van den bewaarnemer beslag mocht gelegd zijn.

De bewaarnemer die wettige redenen mocht hebben om zich van het in bewaring gegevene goed te ontlasten, kan hetzelve ook, vóór het tijdstip bij de o imreenkomst bepaald, aan den bewaargever teruggeven, of bij deszelfs weigering, van den rechter verlof bekomen om hetzelve op eene andere plaats in bewaring te stellenAlle verplichtingen van den bewaarnemer houden op, indien hij mocht ontdekken of bewijzen dat hij zelf eigenaar is van het in bewaring gestelde goed.

De bewaargever is verplicht aan den bewaarnemer te vergoeden alle onkosten welke hij mocht gemaakt hebben tot behoud van het in bewaring gestolde goed en hem schadeloos te stellen wegens al do schaden welke hom door de bewaring mochten zijn veroorzaakt

De bewaarnemer is gerechtigd om het goed onder zich te houden, tot de volle voldoening van hetgeen hem, ter zake der bewaring, verschuldigd is.

Sequestratie is de bewaargeving van eeno zaak, waarover geschil is, in de handen van eenen derde, die zich verbindt om dezelve, nadat het geschil zal zijn uitgemaakt, met de vruchten terug te geven aan dengenen die daartoe zal worden gerechtigd verklaard. Deze bewaargeving heeft plaats, of door overeenkomst of op rechterlijk bevel.

De sequestratie heeft bij overeenkomst plaats, wanneer het betwiste goed door een of meer personen vrijwillig in handen van eenen dorde is gestold.

Het is geen noodzakelijk vereischte dat de sequestratie om niet geschiede. Sequestratie is aan dezelfde regelen onderworpen als de eigenlijk gezegde behoudens de hierna volgende uitzonderingen. Zij kan roerende en onroerende zaken tot onderwerp hebben. De bewaarnemer, die met de sequestratie belast is, kan niet van de bewaring der zaak worden ontslagen voordat het geschil uitgemaakt is, ten ware alle de belanghebbende partijen daarin mochten toestemmen of er (.ene andere wettige reden mocht bestaan. Sequestratie op rechterlijk bevel heeft plaats wanneer de rechter gelast dat eene zaak, waarover geschil is, in bewaring gesteld worde. Gerechtelijke sequestratie wordt opgedragen, Hetzij aan iemand omtrent wien de belanghebbende partijen onderling zijn overeengekomen, hetzij aan iemand die dooiden rechter van ambtswege daartoe benoemd is. In beide gevallen is degene aan wien de zaak is toevertrouwd, aan alle de verplichtingen onderworpen, welke de sequestratie bij overeenkomst medebrengt, en daarenboven gehouden om jaarlijks aan de arrondissementsrechtbank, op do vordering van het openbaar ministerie, eene summiere rekening van zijn beheer af te leggen, met vertooning of aanwijzing der aan hem toevertrouwde goederen, zonder dat echter de goedkeuring der rekening aan de belanghebbende partijen zal kunnen worden tegengeworpen.

De rechter kan sequestratie bevelen:

1o. van roerende zaken, welke onder een schuldenaar zijn in beslag genomen;
2o. van een roerende of onroerende zaak, waarvan de eigendom of het bezit tusschen twee of meer personen in geschil is;
30. van zaken, welke een schuldenaar tot kwijting zijner schuld aanbiedt.

De aanstelling van een gerochtelijken bewaarder brengt tusschen den inbeslagnemor en den bewaarder wederkeerige verplichtingen voort. De bewaarder moet voor het behoud der in beslag genomene zaken de zorg dragen van een goed huisvader. Hij moet dezelve overgeven, hetzij ten verkoop, om daaruit den inbeslagnemer to voldoen, hetzij aan de partij tegen welke de inbeslagneming heeft plaats gehad, indien deze inbeslagneming is opgeheven De verplichting van don inbeslagnemer bestaat in liet betalen van hot bij de wet bepaalde loon aan den bewaarder (Burgorl. Wetb. art. 1731—1776).

< >