Gepubliceerd op 19-01-2021

Antoninus

betekenis & definitie

Twee Romeinsche keizers droegen dezen naam: A. Pius (eigenlijk Titus Aurelius Fulvius Bojonius A.

P.) geb. in 86 n. C. te Lanuvium, volgde zijn vader Titus Aurelius Fulvius als consul op en bekleedde eenige staatsambten met zoo groote uitnemendheid, dat hij de bizondere aandacht trok van keizer Hadrianus en deze hem in 138 tot zoon aannam. Na diens dood, in hetzelfde jaar, volgde hij hem als keizer op. Onder zijn regeering kwam het romeinsche rijk tot grooten bloei. Hij bevorderde de welvaart der provinciën, eerbiedigde de rechten van den senaat, verbeterde de wetgeving en gaf in zijn levenswijze een voorbeeld van soberheid en eenvoud. Aan de vervolging der christenen trachtte hij een einde te maken; zijn rechtvaardigheid was zoo algemeen bekend, dat vreemde vorsten en volken hem tot scheidsrechter kozen in hunne onderlinge geschillen.

Hij regeerde 23 jaren en stierf in het jaar 161 n. C.A. Marcus Aurelius, schoonzoon van den vorige en diens opvolger in het jaar 161. In velerlei opzicht kwam zijn karakter met dat zijns voorgangers overeen. Hij was zachtmoedig, eenvoudig en oprecht. Veel zorg baarde hem een oorlog met de Marcomannen (in het tegenwoordig Bohemen) en andere duitsche stammen, te meer daar de heerschende pest zijn leger ernstig teisterde. A. trok zelf ten strijde, behaalde verscheidene overwinningen, en dwong zijn tegenstanders tot den vrede. In 179 moest hij op nieuw tegen de Marcomannen te velde trekken, versloeg hen in 179 bij Carnuntum in Pannonië, doch stierf nog gedurende den oorlog, in het volgend jaar (180). Zijn levensbeschouwing heeft hij neergelegd in een verzameling zedekundige verhandelingen, in 12 boeken, waarin hij zich als gematigd aanhanger der Stoïcijnsche wijsbegeerte doet kenden.

< >