Gepubliceerd op 19-01-2021

Antigonus (koning)

betekenis & definitie

Koning der Joden, van 38 tot 35 v. C.; door Pompejus werd hij met zijn vader, Aristobulus II gevankelijk naar Rome gevoerd, in 61 v.

C.; door Caesar in vrijheid gesteld, deed hij zich te Jeruzalem tot koning kronen, met de hulp der Parthen; hij werd op bevel van Antonius, bondgenoot van zijn mededinger, Herodes, ter dood gebracht. A. was de laatste uit het geslacht der Makkabeeërs.

< >