de wetenschap, die zich bezighoudt met de plaats in het heelal, de grootte, de beweging, de gedaante, het leven der aarde en haar oppervlakte, en met haar betrekking tot dei mensch. Bijzondere onderdeelen der A. zijn: de wiskundige of astronomische A.; deze beschouwt de aarde als hemellichaam, gaat haar betrekking tot de andere hemellichamen na, en tracht de verschijnselen aan den hemel te leeren kennen en te verklaren; zij beschrijft de gedaante der aarde, haar beweging en de wetten daarvan, de verschijnselen van dag en nacht, jaargetijden, verduisteringen, stand en afstand ten opzichte van andere hemellichamen, plaatsbepaling, tijdrekening, kaartprojectie.
Aan de wisk. A. sluit zich onmiddellijk aan de natuurkundige A., ook geophysiek geheeten, die de aarde opvat als een lichaam dat geworden is, dus een wordingsgeschiedenis heeft, en zich bezighoudt met de hypothesen omtrent het ontstaan der aarde en omtrent het inwendige van onze planeet, verder met de aardkorst en de processen, die zich daarin af spelen; zij tracht in te dringen in den natuurlijken toestand der aarde en de oorzaken van den bestaanden toestand te vinden; derhalve verstaat men onder natuurkundige A. de kennis: „van de algemeene natuurlijke gesteldheid der aarde en hare verschijnselen; van de wetten, die haar beheerschen, en de invloeden, welke die verschijnselen onderling op elkander zoowel als op de levende bewoners der aarde uitoefenen”. (H. Blink). Met het ijle hulsel, dat de aarde in haar geheel omgeeft, de atmosfeer, houdt zich meer speciaal de meteorologie (zie ald.) bezig, terwijl de klimatologie voornamelijk den invloed der onderste luchtlagen op het water, het land en de levende wezens nagaat. De statische en dynamische verhoudingen der wereldzee vormen den inhoud der oceanographie; de steenige korst leeren wij kennen in de morphologie der vaste aardschors, wier voornaamste hulpwetenschappen de orographie en de hydrographie zijn. De verspreiding van dieren en planten in de ruimte vormt het onderwerp van de dieren- en planten-A.
De anthropogeographie of biologische A. beschouwt de aarde als de woonplaats van den mensch en gaat na in hoeverre de mensch in zijn geschiedenis en in zijn geestelijk zijn afhankelijk is van den grond, dien hij bewoont; zij behandelt verder de aarde als het tooneel van verschillende, doch door banden van taal, godsdienst, politieke denkbeelden of geschiedenis bijeengehouden volkeren en wordt zoo tot geschiedkundige A., waarvan de staatkundige A., die zich bezighoudt met de staatkundige indeeling der aarde, een tak is. Een belangrijke tak der anthropogeographie is de economische en verkeers-A. (handels-A.). De bijzondere A. houdt zich bezig met een bepaald gedeelte der aarde, een werelddeel, een land of onderdeel daarvan (land- en volkenkunde of chorographie), die, wanneer zij af daalt tot de kleinste bijzonderheden betreffende de woonplaatsen der menschen, topographie wordt genoemd. Zie voorts bij Aarde, Aardrijkskundige ontdekkingen en Geographie.