Gepubliceerd op 19-01-2021

Aalmoezenier

betekenis & definitie

fr. Aumônier, orde-geestelijke aan kath. hoven, belast met het beheer van de voor armenzorg bestemde fondsen; meestal de biechtvader van den vorst.

De grootA. (Grand-Aumônier) in Frankrijk was sedert den tijd van^ Frans I een der eerste ambtenaren des rijks; tijdens de revolutie werd dit ambt afgeschaft, Napoleon I en III stelden het weer in. In Engeland heeft gewoonlijk een bisschop, met den titel Lord High Almoner het toezicht op het aalmoezenfonds, dat grootendeels gevormd wordt uit opgelegde boeten. In het Fransche leger is A. de titel van den geestelijke voor alle belijdenissen; sinds 1880 worden alleen nog voor afgelegen forten en voor mobiele troepen zoodanige geestelijken aangesteld.

< >