ZIJSCHAAL, v. (...schalen), (zeew.) schalen op zijde van een mast ;
...SLAG, m. (-en), (muz.) slag ter zijde bij het maat slaan ;
...SPAN, o. of
...SPANWAGENTJE, o. (-s), rijtuigje dat naast een motorrijwiel bevestigd wordt;
...SPRONG, m. (-en), sprong ter zijde; (fig.) kromme sprong;
...STAP, m. (-pen);
...STOOT, m. (-en), (schermk.) stoot of steek van ter zijde, in de zijde;
...STRAAT, v. (...straten), straat naast eene hoofdstraat ; straat die ter zijde afvoert ;
...STUK, o. (-ken), stuk van ter zijde aangebracht, gedeelte aan den kant van iets : zijwang (houtdeel); deel van een stuk slachtvee; deel van een schoen ; deel eener pers ; deel van een rolpaard enz.;
...TAK, m. (-ken), tak op zijde van een hoofdtak, die op zijde ontspruit ; de zijtakken eener rivier ;
— onderverdeeling van een familiegeslacht : een zijtak der Bourbons;
...TAKEL, m. (-s), (zeew.).