Gepubliceerd op 06-12-2018

ZEVENTIEN

betekenis & definitie

ZEVENTIEN, telw. (hoofd- of grondgetal): tien plus zeven;

— ’t heeft de waarde van een ranggetal in : hoofdstuk zeventien; hij is van het jaar Zeventien;
— ZEVENTIENEN, (het telw. ZEVENTIEN, beschouwd als een zelfst. gebruikt bn. in het meerv.) zeventien personen: wij waren met zijn (voor: ons) zeventienen; (oudt.) de (Heeren) zeventienen, de bewindhebbers der O. I. maatschappij;
— zeventien deelen van hetzelfde geheel: iets in zeventienen verdeelen.

< >