ZEEWAGEN, m. (fab.) wagen, kar van Neptunus ;
...WATER, o. water der zee ; zoutwater ; (fig.) golf ;
...WEEGBREE, v. eene soort van weegbree (plantago maritima), aan de zee groeiende, ook zeehartshoorn, brokkeling en reie geheeten :
...WEER, o. het is goed zeeweer, weer om op zee te varen;
...WERING, v. (-en), dijkwerk ter beveiliging tegen de zee ;
...WERKSTUK, o. (-ken), op te lossen vraagstuk betreffende de zeevaartkunde ;
...WERVING, v. het in dienst nemen van matrozen of zeesoldaten ;
...WETTEN, v. mv. wetten en voorschriften betreffende de zeevaart;
...WEZEN, o. al wat op de zeevaart en den zeedienst betrekking heeft;
...WIER, o. zeegras ;
...WIJF, o. (...ven), (fab.) zeemeermin ;
...WILG, m. (-en), zandwilg ;
...WILSTER, m. (-s), zilverpluvier ;
...WIND, m. (-en), wind die over dag uit zee naar het vasteland waait;
...WINDE, v. zeekool;
...WOLF, m. (...ven), een vraatzuchtige visch, tot de orde der stekelvinnigen en de familie der slijmvisschen behoorende (anarrhichas lupus), 2 M. lang, die in de Noordzee leeft;
...WOLFSMELK, v. (plantk.) eene aan de zee groeiende soort van wolfsmelk;
...WONDER, o. (-en), wonder dat de zee heeft opgeleverd;
...WOORD, o. (-en), zeeterm ;
...WORM, m. (-en), eene in zee levende soort van worm, inz. die soort welke de buitenplanken van een schip doorboort;
...WRANGE, v. zeekool;
...ZAKEN, v. mv. zaken, het zeewezen betreffende ; de kamer van zeezaken, de admiraliteit;
...ZAND, o. zand door de zee aangespoeld ;
...ZEELT, v. (-en), eene soort van lipvisch (labrus tinca).