ZEDELOOS, bn. bw. (...zer, -t), zonder (goede) zeden, slecht, onfatsoenlijk, losbandig (van gedrag): een zedeloos leven leiden; eene zedelooze vrouw; ontuchtig, de ontucht bevorderende: zedelooze gesprekken, plaatjes, boeken.
ZEDELOOSHEID, v.
Gepubliceerd op 06-12-2018
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: