WOEKEREN, (woekerde, heeft gewoekerd), door woeker verwerven, op onwettige wijze veel geld bijeenschrapen : zich rijk woekeren;
— door woekerwinst in zekeren toestand brengen : iem. arm woekeren;
— (bijb.) met zijne talenten woekeren, er veel voordeel van trekken; met zijn tijd woekeren, dien zoo nuttig mogelijk besteden;
— zeer snel toenemen : het onkruid woekert daar.