WIPBALK, m. (-en), balk in evenwicht op een anderen balk liggende, draaibalk, wip;
...BRUG, v. (-gen), ophaalbrug, valbrug;
...GALG, v. (-en), eene soort van galg aan welker dwarsstuk men een tot straf veroordeelde bij de op den rug gebonden handen omhoogtrok en even snel weer naar beneden liet vallen, waardoor zijne armen vaak uit het lid raakten; voorheen eene straf voor deserteurs;
...GEBINT, o. (-en);
...HEEF, m. (...heven), (gew.) een driehoekig schepnet waarmede men op den kant van een schuitje langs den wal vischt;
...HOUT, o. (-en), hefboom om zware lasten op te lichten;
...KLEP, v. (-pen), hefboomklep;
...KOOI, v. (-en), slagkooi;
...MOLEN, m. (-s), soort van standaardmolen;
...NEUS, m. (...zen), omgebogen neus; m. en v. (...zen), persoon die een wipneus heeft.