Gepubliceerd op 14-03-2020

Straf

betekenis & definitie

Het begrip straf heeft 2 verschillende betekenissen:

1. straf - straf - bn. bw. (-fer, -st), gestreng, scherp : iem. straf aanzien ; een straf lied; straffe taal;
bijtend, sterk : straffe pekel; een straf bittertje, likeurtje ;
— op gestrenge wijze.
STRAFHEID, v. (...heden), gestrengheid; sterkte, scherpte.

2. straf - straf - (-fen), STRAFFE, v. (-n), leed dat eene ongeoorloofde of onbezonnen daad met zich brengt;
— leed dat een gevolg is van eene wet, een gebod of voorschrift te overtreden ;
— een bij de wet voorgeschreven leed dat den wetsovertreder wordt aangedaan : dat is de straf voor uwe lichtzinnigheid ; straf volgt steeds op bedreven kwaad; dat is eene straf voor uw liegen, uwe ongehoorzaamheid ;
— eene natuurlijke straf, die uit den aard van het misdrijf volgt; iem. eene zware, lichte straf opleggen ; eene straf ondergaan, kwijtschelden;
— op straffe van, bedreigd met de straf van...;
— de eeuwige (helsche) straffen;
— tot mijne straf (tot mijne spijt, tot mijn verdriet) moest hij komen.
STRAFJE, o. (-s).