Gepubliceerd op 24-02-2020

Wilg

betekenis & definitie

Het begrip wilg heeft 2 verschillende betekenissen:

1. wilg - WILG, m. (-en), een plantengeslacht (salix) tot de familie der wilgachtigen behoorende, met zeer buigzame takken, die veel tot bindrijs, vlechtwerk en hoephout gebezigd worden ; de bladeren zijn spichtig en de bloeiwijzen katjes ; er komen 19 verschillende soorten in ons vaderland voor : de witte wilg of schietwïlg ; de amandelbladige wilg of waardenhout ; de katwilg of hindwilg ; de ruige wilg of waterwilg ; de geoorde wilg ; de kruipende wilg ; de broze wilg ; de treurwilg ; de éénhelmige of fijne wilg ; de vijfhelmige of laurierwilg ; de golfbladige wilg ; de aschgrauwe wilg ; de langbladige 'wilg ; de Smith’s Wilg ; de gepunte wilg ; Seringe’s wilg ; de grijze wilg ; de smalbladige wilg en de rozemarijnbladige wilg ;
— (fig.) (bijb.) de harp (of de lier) aan de wilgen hangen, de dichtkunst vaarwelzeggen. WILGJE, o. (-s).

2. wilg - WILG, v. (plantk.) wilde wilg, naam dien men hier en daar aan 4 verschillende soorten van duizendknoop geeft, als : de veenwortel of papenkwaad, de knoopige duizendknoop, de bleeke en de perzikbladige duizendknoop; de laatste drie soorten worden ook bloot wilgen geheeten.