Wat is de betekenis van SPICHTIG?

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Spichtig

adj., spjochtich, spjuchtich, hean, neazich; — persoon, spjocht, spjucht, stirns.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPICHTIG

bn. bw. (-er, -st), 1. (vooral van "as en riet) smal en puntig : spichtig gras ; spichtige bladeren ; die aal met zijn spichtige kop ; het torentje verheft zich spichtig achter een bos; 2. lang en dun, schraal: een spichtig meisje ; spichtige armen en handen'. 3. vinnig, snibbig : ’t vrouwtje werd spichtig van kwaadheid.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

spichtig

bn. (1 smal en puntig; 2 mager, schraal): 1. het spichtige gras der heide; die aal met zijn spichtige kop; 2. hij ziet er wat spichtig uit

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

spichtig

('spichtəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. puntig en smal: het gras van de heide; de aal met zijn -e kop; een -e spitsboog. 2. mager, schraal : een mannetje; er uitzien.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

spichtig

bn. en bw. (-er, -st), 1. (vooral van gras en riet) smal en puntig: — gras; 2. lang en dun, schraal: spichtige armen en handen.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SPICHTIG

SPICHTIG - bn. (-er, -st), puntig en smal: spichtige bladeren; — lang en dun, schraal: spichtige planten; een spichtig meisje. SPICHTIGHEID, v.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)