WEGWERPEN - (wierp weg, heeft weggeworpen), van zich werpen: zijne kleeren wegwerpen: een steen wegwerpen; kaarten wegwerpen, om daarvoor andere te koopen ;
— (fig.) verwerpen, niet aannemen: eene beweegreden, een aanbod, een voorstel wegwerpen;
— zich wegwerpen, zich verlagen, zich te schande maken: zij heeft zich weggeworpen, leidt een schandelijk leven.