WATERVAL - m. (-len), het vallen van het water van eene steile hoogte of helling naar beneden; plaats waar zulks geschiedt;
...VALERIAAN, v. (plantk.) gewone valeriaan die langs den waterkant groeit (valeriana officinalis);
...VARENS, v. mv. eene plantenfamilie (salviniaceeën), waarvan 2 geslachten in Nederland voorkomen, nl. het vlotvaren en het roodkroos pilkruid;
...VAT, o. (-en), vat waarin water wordt bewaard; (ontl.) deel der blaas; watervaten, hoofdorganen der opslorping;
...VATBREUK, v. (-en), (heelk.) breuk in een der watervaten;
...VEIL, o. (plantk.) klein waterveil, puntkroos (lemna trisulea);
...VELD, o. (fig.) het water, de oppervlakte des waters;
...VENKEL, v. (plantk.) waterkervel;
...VERF, v. (-ven), eene soort van verf die men alleen met water of met gomwater aanmengt; teekening in waterverf of sapverf, aquarel;
...VERFTEEKENING, v. (-en);
...VERGULDING, v. vergulding volgens den natten weg;
...VERKLEURING, v. (-en), verandering in de kleuren van het water, welke op zee doorgaans wordt waargenomen op sommige breedten of boven een rif of bank;
...VERPLAATSING, v. (-en), (zeew.) ruimte door eenig lichaam in het water ingenomen; inz. de plaats welke de kiel van een schip in het water beslaat: schepen van 5000 ton waterverplaatsing;
...VERSPERRING, v. (-en);
...VERVAL, o. (zeew.) verschil van diepte bij hoog of laag water;
...VERVERSCHING, v. het ververschen van water;
...VERVERSCHINGSKANAAL, o. (...kanalen), kanaal dat dienen moet om het water in grachten en vijvers te ververschen;
...VIJZEL,v. (-s), waterschroef;
...VIOLIER, v. (-en), eene sleutelbloemige plant (hottonia palustris), met talrijke groote en fijngevinde bladen, die dicht aan de oppervlakte van het water groeit;
...VIOOL, v. (plantk., gew.) gemeene veldkers;
...VISCH, m. (...sschen), visch die zonder saus gegeten wordt;
...VLAAG, v. (...vlagen), (zeew.) regenvlaag;
...VLAK, v. (-ken), vlak door water veroorzaakt;
—, o. (fig.) oppervlakte des waters.