WASCHBAAS - m. (...bazen), (mil.) man van de waschvrouw;
...BAD, o. (-en), bad om zich te wasschen; kuip daarvoor bestemd;
...BAK, m. (-ken), bak waarin men zich of iets wascht; (ook) eene soort van bak om edele metalen te zuiveren;
...BANK, v. (-en), bank welke tot wasschen dient, inz. wolkammersgereedschap ter ontvetting of ontzweeting der wol;
...BEER, m. (...beren), (nat. hist.) zekere beer in Amerika (procyon lotor) die, naar men vroeger beweerde, niets eet zonder het vooraf in water gewasschen te hebben;
...BEKKEN, o. (-s), waschkom om het gezicht en de handen in te wasschen;
...BLEEK, v. (-en), het bleeken van gewasschen goed; bleekveld;
...BOEK, o. (-en), boek waarin het goed wordt opgeteekend, dat gewasschen moet worden;
...BOORD, o. (-en), (scheepst.) verhooging van de boorden voor het inslaan der golven;
...BORD, o. (-en), plankje waarover gegolfd zink geslagen is, waarop men vuil goed wascht.