VOORTBRENGEN - verder brengen, dragen;
— baren, telen ; kinderen voortbrengen; vruchten voortbrengen;
— scheppen : voortbrengende verbeeldingskracht; God heeft alles voortgebracht;
— veroorzaken;
— uiten, spreken : hij kon geen woord voortbrengen.
...BRENGING, v. het voortbrengen.