Het begrip vijg heeft 2 verschillende betekenissen:
1. vijg - VIJG - v. (-en), zoete; vleezige, eetbarevrucht van den vijgeboom: versche, gedroogde, nieuwe vijgen; eene mat vijgen;
— vijgen na Paschen, iets dat te laat komt;
— (fig.) paardevijg;
— (gemeenz.) het is eene vijg van een vent, een lafbek. VIJGJE, o. (-s).
2. vijg - VIJG - m. (-en), vijgeboom.