VERVALSCHEN - (vervalschte, heeft vervalscht), valsch maken, met vreemde bestanddeelen ver mengen : wijn, eetwaren vervalschen; suiker met krijt vervalschen;
— namaken : eene handteekening vervalschen ;
— iemands woorden vervalschen, verdraaien ; den tekst vervalschen, anders aanhalen dan hij is. VERVALSCHING, v. (-en), het vervalschen (in alle bet.).