VERMEERDEREN - (vermeerderde, heeft en is vermeerderd), meerder, grooter maken, worden : dat vermeerdert de kosten, de moeilijkheden;
— toenemen : de bevolking is dit jaar met 7000 zielen vermeerderd ;
— doen toenemen : zijne goederen, kennis vermeerderen. VERMEERDERING, v. (-en), het vermeerderen, toeneming, vergrooting, aanwas.