VERDRIJVEN - (verdreef, heeft verdreven), met kracht of geweld wegdrijven, verjagen: de wind verdrijft de wolken : den vijand uit het land verdrijven;
— doen ophouden : den rook verdrijven ; de koorts verdrijven;
— vergeten, op den achtergrond dringen: zijne zorgen verdrijven;
— den tijd met spel en zang verdrijven, doorbrengen ;
— (schild.) zacht doen ineenvloeien : de kleuren, de omtrekken verdrijven ;
— (algebra) doen verdwijnen, uitwerken : de breuken, de onbekenden verdrijven. VERDRIJVING, v. het verdrijven.