VERDIEPEN - (verdiepte, heeft verdiept), dieper maken : een kanaal, eene gracht verdiepen;
— zich in iets verdiepen zich met inspanning op iets toeleggen, ergens diep indringen, zich diep in iets steken : zich in gissingen verdiepen, zich aan gissingen overgeven ; ik zal mij daar niet in verdiepen.