VERDENKEN - (verdacht, heeft verdacht), kwaad vermoeden van : iem. verdenken, aan zijne eerlijkheid, oprechtheid twijfelen;
— achterdocht hebben (op): iem. van diefstal verdenken; iemands goede trouw verdenken, er een ongunstig denkbeeld van hebben. VERDENKING, v. (-en), het verdenken, kwaad vermoeden, achterdocht, argwaan.