Wat is de betekenis van verdenken?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verdenken

verdenken - Werkwoord 1. (ov) iemand ~ van van iemand een kwaad vermoeden hebben Zij verdenken hun buurjongen van het maken van krassen in hun auto. Woordherkomst afgeleid van denken met het voorvoegsel ver- Synoniemen aankijken op

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verdenken

verdenken - onregelmatig werkwoord uitspraak: ver-den-ken 1. denken dat hij iets verkeerds heeft gedaan ♢ wij verdenken hem van fraude Onregelmatig werkwoord: ver-den-ken ik verdenk jij/...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verdenken

v., fortinke; iem. van iets —, immen earne op oansjen, it op immen hâlde; iem. van een diefstal, immen foar de dief hâlde.

2024-04-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

verdenken

einem etwas verdenken, iem. iets kwalijk nemen, iets misduiden.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verdenken

(verdacht, heeft verdacht), het in een bep. genoemde kwaad vermoeden van: iem. van diefstaL van loillekeur verdenken’,ik verdenk hem er van dat.... ik meen dat hij het genoemde gedaan heeft; ook in oneig. en scherts, toepassing; — (abs.) iem. verdenken, aan zijn eerlijkheid, oprechtheid twijfelen ; —...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verdenken

verdacht, h. verdacht (kwaad vermoeden van, achterdocht hebben): iems. goede trouw verdenken; iem. v. diefstal verdenken.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verdenken

(vər'denkən) (verdacht, heeft verdacht) 1. kwaad denken, vermoeden van iemand. 2. verkeerd denken van : iemands goede trouw –. 3. achterdocht hebben op : iemand van diefstal –.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verdenken

(verdacht, heeft verdacht), vermoeden hebben van kwaad: iemand van diefstal verdenken; (abs.) iemand verdenken, aan zijn eerlijkheid twijfelen.