VERBIEDEN - (verbood, heeft verboden), door een gebod beletten : iem. iets verbieden;
— een kind verbieden, door een gebod beletten iets verkeerds te doen;
— die deugniet laat zich maar verbieden, hij stoort zich niet veel aan een verbod;
— het denken kan men niet verbieden; iem. het (bezoeken van zijn) huis verbieden; de wet verbiedt zulks;
— verboden goederen, die niet mogen uitgevoerd worden; eene verboden vrucht iets dat verboden is; (spr.) verboden vrucht smaakt het lekkerst; verboden boeken, die niet gelezen mogen worden; verboden handel. VERBIEDING, v. het verbod.