VERBIDDEN - (verbad, heeft verbeden), overhalen, vermurwen door te bidden, smeeken: den strengen vader verbidden;
— hij laat zich niet verbidden, hij is onverbiddelijk;
— biddend doorbrengen : zijn tijd verbidden;
— (bijb.) door bidden terugwenschen : verbidt uwe zonen niet, noch kwelt u in hun dood. VERBIDDING, v.