Wat is de betekenis van veem?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

veem

Het begrip veem heeft 3 verschillende betekenissen: 1) coöperatie in het opslagbedrijf. groep van personen die een samenwerkingsverband vormt op het vlak van goederenbehandeling, in het bijzonder voor sortering, weging, opslag e.d. en die destijds deel uitmaakte van gildes zoals de waagdragers en de schuitvoerders; coöperatie in he...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

veem

veem - Zelfstandignaamwoord 1. (verouderd), (juridisch), (middeleeuwen) een veemgericht, een vaak geheime rechtbank van vrije burgers voor strafzaken 2. (verouderd) een groep eedgenoten of vennoten 3. vennootschap of gebouw voor het opslaan van goederen Op de kaasmarkt zijn de dragers van de verschillende ...

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Veem

[herkomst van het woord onduidelijk; in MNed. is veem of vême: gerecht van vrije mannen dat onder koningsban recht spreekt in strafzaken (zie ook veemgericht); vgl. MHDu. veime = straf, veemgericht; MNDu. veme of veime, echter ook; landvrede, verbond] 1 (oorspr.) vereniging van so...

2024-04-24
NIMA marketing lexicon

NIMA (1993)

veem

Gebouw waarin producten worden opgeslagen. Indien de ligduur van de producten relatief kort is en de hergroepage en overslagfunctie veelomvattend zijn, wordt van een distributiecentrum gesproken.

2024-04-24
Logistieke begrippenlijst

ir. M.E.A. Striekwold (1990)

Veem

Veem is een grootschalig magazijn voor (verkoop)produkten.

2024-04-24
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

veem

onderneming die zich speciaal belast met het opslaan voor rekening van anderen van goederen en alle daarmee verband houdende werkzaamheden, zoals meten, tellen, monsters trekken, controleren, verzekeren, regelen van douaneformaliteiten, expeditie, enz. Ook de opslagplaatsen waarin de goederen worden opgeslagen, heten vemen. De opslagbewijzen van de...

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Veem

o. (vemen), 1. (oudt.) vereniging van personen van dezelfde soort, inz. arbeidersvereniging; — thans onderneming tot het lossen, wegen, opslaan en bewaren van goederen in —, en weder uitslaan uit haar pakhuizen: het Blauwhoeden-, het Yriezenveem ; de vemen belasten zich ook met mengen, zuiveren, pellen en veilen; — gebouw,...

2024-04-24
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Veem

onderneming, die zich bezighoudt met opslag, bewaring, bewerking, aflevering en expeditie van goederen en het afgeven van celen van in haar bergplaatsen opgeslagen goederen. Vooral van belang, doordat de bergplaatsen als algemeen entrepot zijn erkend. Bekend is Blaauwhoedenveem-Vriesseveem te Amsterdam en Rotterdam.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Veem

De hedendaagse vemen zijn ontstaan uit de gilden van Waagdragers in Amsterdam, die gevormd werden einde 16de begin 17de eeuw. In de zgn. Waag, voorzien van grote weegschalen, werden de uit verschillende windstreken toegevoerde goederen verhandeld,- gewogen en afgevoerd door de waagdragers en naar de kleur en vorm van hun hoofddeksels ontstonden de...