Terugzien - (zag terug, heeft teruggezien), achter zich zien en een terugblik werpen (op); (fig.) op zijn vroeger leven terugzien, het in gedachten nagaan;
— wederzien na voorafgegane verwijdering of scheiding : zijne geboorteplaats terugzien; wij zullen hem nooit terugzien, hij zal nooit terugkeeren.