Stutten - (stutte, heeft gestut), steunen, schoren, schragen; een bouwvalligen muur, een boom stutten;
— (fig.) ondersteunen: eene zaak met zijn gezag stuiten;
— (gew.) (fig.) spijbelen, de school verzuimen. STUTTING, v. het stutten ; stuiting.
Gepubliceerd op 02-12-2018
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: