stutten
(1936) (inf.) benen. 'Aan de (zijn) stutten trekken': soldatenslang voor deserteren, er vandoor gaan. Syn.: baanders*; benenwerk*; fietsen*; gereedschap*; kuierlatten*; looplatten*; loopstokken*; onderdanen*; onderstel*; pannenlatten*; pikkels*; staanders*; stelten*; strontschragen*. Kromme benen zijn: biggenvangers*; knijnetakkers*; sasselewiebene...