Gepubliceerd op 02-12-2018

Streep

betekenis & definitie

Streep - v. (strepen), lange, smalle lijn : de rivier vertoonde zich als eene zilveren streep ; eene streep met de pen, het potlood;

— eene streep door iets halen, het afkeuren, (ook fig.) niet meer op iets rekenen : hij zal wel niet meer komen, daar moeten we maar eene streep door halen;
— dat was eene streep door de rekening, eene groote teleurstelling;
— (Z. A.) het regent maar in ééne streep, aanhoudend:
— gouden, zilveren strepen ; de strepen hebben, korporaal, sergeant zijn ;
— daar loopt bij hem eene streep door, hij is niet goed wijs ;
— als lengtemaat = 1 mM. STREEPJE, o. (-s), kleine streep : dit kind maakt nog streepjes en beentjes, begint pas te leeren schrijven; een streepje voor hebben, iets meer in de gunst staan dan een ander ;
— gestreepte stof : een mooi streepje voor schortjes; een streepje wordt veel gedragen;
— (fig.) een streepje aan hebben, niet op de streepjes kunnen loopen, beschonken zijn.