Gepubliceerd op 02-12-2018

Stokvisch

betekenis & definitie

Stokvisch - m. (...sschen). (v. gmv. als stofn.) op stokken hard gedroogde gezouten visch, die na gebeukt en in water geweekt te zijn, gekookt gegeten wordt; inz. eene soort van kabeljauwen (gadus morrhua): een hoepel stokvisschen; stokvisch beuken; stokvisch met boter eten;

— (fig.) iem. stokvisch zonder boter geven, stokslagen;
— het is een echte stokvisch, droge, saaie vent;
— (spr.) ieder wat van de stokvisch, ieder moet wat hebben, ieder een deel;
— (ook) eene soort van schelvisch (merluccius vulgaris), kan 1 M. lang worden.
STOKVISCHJE, o. (-s).