Stilhouden - (hield stil, heeft stilgehouden), de beweging doen ophouden: den arm, een rijtuig stilhouden; iem. stilhouden, hem het voortgaan beletten;
— (fig.) verzwijgen: zij hielden die zaak stil;
— geene beweging, rumoer maken : zich stilhouden;
— een kind stilhouden, maken dat het niet schreit;
— zwijgen.